Artroscopie

ARTROSCOPIE

Waarom een artroscopie?

De orthopedisch chirurg kan met een artroscopie beter vaststellen wat er mis is in de knie: is er sprake van scheuren in de meniscus of kruisbanden, losse stukjes bot of kraakbeen, beschadigingen aan het kraakbeen of slijmvliesontsteking.

In de meeste gevallen volgt de behandeling direct. Het herstel na een kijkoperatie verloopt doorgaans vlot. De mate van kniebelasting na een kijkoperatie is afhankelijk van de behandeling.

Meestal kunt u uw knie na de operatie meteen belasten.


Wanneer is direct een behandeling mogelijk?

Bijvoorbeeld een scheur in de meniscus leent zich bij uitstek voor een artroscopische behandeling. De orthopedisch chirurg verwijdert het beschadigde deel van de meniscus. Het deel dat intact is, blijft op zijn plaats. Als de scheur in het beter doorbloede gedeelte van de meniscus ligt, kan de meniscus soms gehecht worden. Via een artroscopie kan de orthopedisch chirurg ook losse stukjes kraakbeen en bot weghalen.

Een scheur in een kruisband kan niet direct worden behandeld. Een tweede ingreep kan hiervoor noodzakelijk zijn (zie ook de folder 'Voorste kruisband reconstructie').


De orthopedisch chirurg adviseert een artroscopie. Wat betekent dat voor u?

De voorbereiding op de operatie

De operatie gebeurt onder algehele narcose of met een ruggenprik. U bespreekt uw keuze met de anesthesist.


De operatie

De ingreep duurt ongeveer een half uur.

De orthopedisch chirurg maakt aan de voorzijde van de knie twee of drie sneetjes. Vervolgens brengt de hij de artroscoop in de knie: een dunne kijker met een daarop aangesloten lichtkabel. De artroscoop wordt ook aangesloten op een videocamera en een beeldscherm. Via een aparte aan- en afvoeropening in de knie wordt het gewricht voortdurend gespoeld met een zoutwateroplossing. De orthopedisch chirurg brengt tijdens de operatie zonodig een tangetje of schaartje in het gewricht voor de behandeling.

Na de ingreep worden de operatiesneetjes gehecht of afgedekt.

Als de aandoening niet via de artroscopie te behandelen is, kan de orthopedisch chirurg tijdens de operatie besluiten om een grotere snee in de knie te maken. De nabehandeling kan dan langer duren.


Nabehandeling

Na een eenvoudige artroscopische ingreep kunt u meestal dezelfde dag naar huis. Soms hebt u een pijnstiller nodig, paracetamol is dan vaak voldoende.

U mag de knie buigen en u mag lopen, maar met mate. De eerste twee tot drie dagen kunt u beter geen wandelingen maken. Krukken zijn alleen nodig op voorschrift van de orthopedisch chirurg.

Als uw meniscus gehecht is. mag u de eerste 6 weken de knie niet verder buigen dan 90 graden.


Het verband kan na enkele dagen worden verwijderd, waarna u ook mag douchen.

Een week na de operatie kunt u zelf de pleisters verwijderen.

Na genezing zijn de huidwondjes vaak nog dik. Dit komt doordat het onderliggende gewrichtskapsel ook geopend is geweest en dat heeft iets meer tijd nodig om te genezen. Dit vraagt 3 tot 4 weken.


De poliklinische controle vindt plaats enkele weken na de ingreep, op advies van uw orthopedisch chirurg.

Als het nodig is, krijgt u fysiotherapie. Vaak is zelf oefenen voldoende. Uw arts zal u adviseren de eerste week bijvoorbeeld 5 maal per dag het bovenbeen in zittende houding (op de tafelrand of in een rechte stoel) 10 tot 15 maal 5 seconden lang stevig aan te spannen.


Welke complicaties kunnen optreden?

Bij een artroscopie treden zelden complicaties op.

In een enkel geval kan er sprake zijn van langdurige en forse zwelling, bloeding in de knie of gewrichtsontsteking. Hoogst zelden ontstaat een trombosebeen: er is dan een bloedstolsel gevormd dat een ader in het been verstopt.


Wanneer moet u met de behandelend arts contact opnemen?

Neem contact op met uw behandelend arts als:

    de hele knie dik wordt en/of meer pijn gaat doen;

    u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit eerder goed mogelijk was;

    bij koorts > 38,5 ÂșC;

    bij een dik, warm, rood en pijnlijke kuit (tekenen trombosebeen).


Info 052 51 72 27 optie 1

info@